Snow Landscape, watercolour on Arches paper, 2014, 274,5 X 99,5 cm (fragment)
Titel van de expo is "The Drawing Room". Op de website van de Botanique wordt "drawing room" vertaald als "cabinet de dessin" of "tekenkamer". Er zijn echter helemaal geen tekeningen te zien maar wel aquarellen en een animatiefilm. En een "drawing room" heeft niets met tekenen te maken, in de 17de eeuw is het een kamer om je in terug te trekken ("to withdraw"). En dat klopt: je stapt op deze expo een andere wereld binnen. Donkere wanden, grijs karpet, aquarellen aan de muur, een lichtspot op elk werk. Typisch Op de Beeck dergelijke ensceneringen, het is waarmee hij bekend is geworden. Het eerste werk dat ik ooit van hem zag was een maquette van een kruispunt (een werk uit 1998). Een maquette is ook een enscenering, het bootst een stuk van de werkelijke wereld na op kleine schaal. Maar Op de Beeck ging een stap verder: hij plaatste de maquette in een verduisterde ruimte (oké, het was dan ook een kruispunt in de nacht) met een ingenieuze belichting die mist suggereerde. Heel sfeervol, je stond als kijker gewoon eenzaam op dat kruispunt midden in de nacht naar het wisselen van de verkeerslichten te kijken (iets wat je in het echt niet zomaar doet of kan doen). Later volgden nog installaties op schaal (een sneeuwlandschap, een gesloten kermis etc) en zelfs op grote schaal (om bv het gevoel dat je als kind had aan tafel op te roepen). Het is een geconstrueerde werkelijkheid die indien perfect uitgevoerd meer over de werkelijkheid zegt dan de werkelijkheid zelf. De vorm speelt daarbij een grote rol. Zo weert Op de Beeck systematisch alle kleur uit zijn werk. Alles is uitgevoerd in gradaties van grijs. Een erg effectieve artistieke truuk waar ook de zwart-wit fotografie op teert. Intussen vormen installaties nog altijd een belangrijke poot van zijn werk, in het Middelheim was er onlangs nog een mooie te zien en momenteel wordt in Hasselt zelfs permanent een zogenaamde belevingsruimte van zijn hand ingericht. Om wereldwijd (blijvend of tijdelijk) al die installaties te realiseren stelt Op de Beeck vijf decorbouwers te werk, een kleine fabriek hier in Anderlecht die ik met Kunstwerkt ooit heb bezocht. Toen zag ik ook voor het eerst zijn aquarellen. Hij suggereerde dat ze dienden om zijn medewerkers te betalen, met andere woorden: het decorwerk (om het oneerbiedig zo te noemen) is financieel een nuloperatie. Hij vertelde zelfs dat hij zichzelf geen loon kon uitbetalen en persoonlijk leefde van lesopdrachten en voordrachten in het buitenland. De kosten-effectiviteit van een aquarel is dan plots erg groot, Arches papier is duur maar vormt hoogstens een fractie van de verkoopprijs. En Op de Beeck maakt ze 's nachts, in gestolen tijd (wanneer slaapt hij eigenlijk?). Een side-job kan je het aquarelleren intussen echter niet meer noemen, het vormt een volwaardige poot van zijn oeuvre (naast de installaties en andere exploten, onder andere films). Ze zijn even meesterlijk gemaakt als zijn installaties. Met dank ook aan de projector: jazeker, ik heb hem zien staan, of beter zien hangen (maar wie werkt daar tegenwoordig niet mee, zelfs Tuymans is gezwicht). De aquarellen zijn ook even doeltreffend als de installaties als het gaat over de sfeer die ze oproepen, door de beeldkeuze, door de uitvoering in zwart-wit en niet in het minst door het grote formaat. Het werk "Snow Landscape" (waaruit hierboven een fragment) is mijn favoriet. Het is bijna 3 meter lang en 1 meter hoog, dus als je ervoor staat is het alsof je in het sneeuwlandschap staat. Je voelt de stilte in dat bos, de ongereptheid van de sneeuw. Tegelijk weet je dat dit fictie is want je ziet de borstelstreken, maar het is goed uitgevoerd waardoor de ganse scene de werkelijkheid overtreft (de kracht van verbeelding). Er waren nog pareltjes op de expo, ik denk dan aan de draaimolen en aan het reuzenrad. Iets minder overtuigend zijn de personages. Die duiken tegenwoordig ook op in zijn installaties maar in de aquarellen lijken ze onecht. Misschien is het technisch voor Op de Beeck nog een brug te ver om gezichten en handen treffend weer te geven in waterverf of misschien leent het medium er zich gewoon niet toe. Rinus Van De Velde, een collega van Op de Beeck die ook in zwart-wit werkt, gebruikt wellicht niet voor niets houtskool. Je kan er (net als met olieverf) makkelijker de zachte overgangen mee realiseren die nodig zijn om een figuur realistisch neer te zetten. De animatiefilm kon mij wel bekoren, met mooie complementaire muziek. De animatie zelf kwam soms wat gekunsteld over, maar de sfeer was perfect. Op de Beeck was toevallig aanwezig en vertelde graag en uitvoerig over zijn werk aan de talrijk opgekomen bezoekers (foto hieronder). Het was leuk om ons even in zijn "drawing room" te kunnen terugtrekken.