Vincent in Londen, olieverf op doek, 2014
Hoedje af voor deze schilder.
Het zal je als schilder maar overkomen dat je geprogrammeerd staat tegenover
Mark Rothko. Het gebeurde Emo Verkerk, een vertegenwoordiger van de ondertussen oud geworden Nieuwe Wilden uit de jaren tachtig. Verkerk schildert nog altijd in de neo-expressionistische stijl die toen werd gehanteerd. Vooral portretten zijn zijn ding en dan dikwijls nog van bekende personen. Hoewel ze nogal onbeholpen geschilderd lijken is er altijd wel enige gelijkenis, hoewel nu net wel wat minder bij bovenstaand portret van Vincent Van Gogh in Londen. Ik kende deze schilder helemaal niet, pas na bezichtiging van de tentoonstelling drong tot mij door dat hij toch al enige tijd meegaat. De werken waren dan ook allemaal vrij recent, zo werd ik op het verkeerde been gezet. Grappig eigenlijk, want zo keek ik naar zijn werk als was het van een jonge schilder. Ik dacht: die man durft, die haalt gewoon het neo-expressionisme vanonder het stof (ietwat minder wild dan de Nieuwe Wilden maar toch). Een soort neo-neo-expressionist dus. En zo stelt zich de cruciale vraag: hoe lang gaat een bepaalde schilderstijl mee? Hoeveel "meer van hetzelfde" kan je maken? Net als in de muziek kan je meerdere generaties aanspreken, maar meestal gebeurt dat met bestaand materiaal, anders lijkt het toch teveel gerecycleerd. Nog een geluk dus dat ik de schilder niet kende of het had mijn kijkervaring danig bedorven! Eigenlijk was ik blij om na het beladen werk van Rothko (en de toch wat mager uitgevallen expositie daarvan) iets fris en vrolijk van een, zo dacht ik toen nog, jonge kunstenaar te zien. Hoedje af dus toch maar voor Emo Verkerk.
Naschrift: uiteindelijk was Emo Verkerk mij dan toch niet onbekend, een jaar of zeven geleden dook hij op in een
boekbespreking van mijn hand. Gewoon glad vergeten.