Zicht op de expo "Towerplace", Almine Rech Gallery Brussels
De man kan nochtans echt wel goed schilderen. Hij kent ook zijn kunstgeschiedenis en lijkt vooral te referen naar de portretschilderkunst van de Gouden Eeuw. Maar enig respect voor wat hij vervaardigt lijkt hem vreemd. In verschillende schilderijen is geknipt en een aantal ervan werd achteloos op de grond gegooid en zelfs met water overgoten. Overal slingert afval rond: mosselschelpen, timmerhout, een oud tapijt en uit magazines gescheurde foto's. Daarbij werd toch enige aandacht aan de compositie besteed me dunkt: het afval vormt kleine stillevens die mooi accorderen met de schijnbaar willekeurig maar toch ritmisch opgehangen werken. Geen enkel werk hangt scheef, daar is toch op gelet blijkbaar. Vreemd natuurlijk om in een commerciële galerij zo met schilderijen om te gaan. Worden de werken die op de grond liggen ook verkocht? Zou je een portret waarvan de ogen zijn uitgeboord met een boormachine wel aanschaffen? Zou het werk waaruit een hoek is geknipt opdat het boven de deur zou passen thuis nog wel mooi staan? Laat schilderijen nu net objecten zijn waar normaal bijzonder voorzichtig mee wordt omgesprongen. Misschien is het wat goedkoop om ze zo te behandelen, het shockeert net iets te makkelijk. Het doet me wat denken aan designer jeans met scheuren in, lekker trashy en hip maar uiteindelijk toch wel duur. Wie zich een verknipt schilderij van Matthieu Ronsse kan permiteren heeft het helemaal gemaakt, als het ware. Er zijn natuurlijk nog voorbeelden van een weinig respectvolle omgang met eigen werk (en zelfs met dat van anderen, denk maar aan het bekladden van etsen van Goya door Jake & Dinos Chapman), Fontana sneed ook met een mes in zijn doeken. Dat diende in de eerste plaats een esthetisch doel, iets waar je hier misschien nog kan aan twijfelen. Maar wees gerust: net als de gescheurde jeans wordt ook dit uiteindelijk mooi gevonden. Een modeverschijnsel kan je Matthieu Ronsse voorlopig niet noemen, sinds zijn spectaculaire introductie in Hoet-Bekaert in 2006 (alle werken waren direct verkocht, al heb ik dat zelf niet geverifieerd) dook hij op in Dhondt-Dhaenens in Deurle, op Pushing the Canvas in Mechelen, in de Bonner Kunstverein (helaas gemist) en op Freestate II (jammerlijk met een vroegtijdig ontmantelde installatie).