Kunst in de badkuip.
Niet alleen het Rijksmuseum maar ook het Stedelijk Museum in Amsterdam is bijna tien jaar gesloten geweest. Om dezelfde reden overigens: renovatie, verbouwing. Het oude gebouw uit 1885 had niet eens klimaatregeling, tegenwoordig een must voor elk museum. En ook de vleugel die aan het gebouw was toegevoegd in 1954 voldeed niet langer en werd in 2006 zelfs afgebroken. Toen was al twee jaar bekend wat er in de plaats zou komen: weer een nieuwe vleugel maar anders georiënteerd. Niet los naast het oude gebouw maar eraan vastgeklonken. Hoewel, dat laatste is relatief: de architectuur van de aanbouw verschilt radicaal van deze van het oude gebouw. Geen bakstenen maar een composietmateriaal dat ook in de scheepvaart wordt gebruikt. Het resultaat ziet er bijzonder futuristisch uit, alsof er een ruimteschip op het Museumplein is geland. Al vlug echter werd de uitbreiding "de badkuip" genoemd. Puur marketing: de naam lijkt bedacht door de Amsterdammers zelf maar werd in werkelijkheid voorgesteld door Benthem Crouwel Architekten, het bureau dat het gebouw heeft ontworpen. Imagebuilding, letterlijk en figuurlijk. In de nieuwe vleugel zit niet alleen tentoonstellingsruimte, er werden ook publieke functies (restaurant, winkel, vestiaire, ticketbalie) en kantoren in ondergebracht. Je kan het je zo niet direct voorstellen, maar de aanbouw vergroot de nuttige oppervlakte van het oude gebouw met 100% (deels weliswaar gerealiseerd door een ondergrondse expositieruimte, onder het Museumplein). Een belangrijk doel van de nieuwbouw was het verleggen van de ingang. Die lag vroeger in een zijstraat waar het moeilijk was om grote mensenmassa's te verwerken (iets dat ik mij herinner uit de tijd dat het Van Gogh Museum nog in het Stedelijk zat). Sneu is dat je nu niet meer binnenkomt langs de monumentale trap. Maar de nieuwe ingang is ook wel spectaculair natuurlijk. Binnen vind ik de overgang naar het oude gebouw wat artificieel (je moet in de ontvangsthal een paar treden op) maar eens op het eerste verdiep (jawel, nog steeds via de oude trap) loop je naadloos van het oude deel naar het nieuwe deel (waar je met een spectaculaire roltrap dan weer naar de kelder kan maar daar had ik helaas geen tijd meer voor). Overal dezelfde vloeren, dezelfde muren, dezelfde spots. En ja: er is nu plaats voor de vaste collectie èn voor een tijdelijke tentoonstelling. Jeff Wall nota bene, in het weekend dat ik er was. Een expositie die ik in feite al had gezien in Bozar, maar toch nog behoorlijk indrukwekkend. En twee zalen Barnett Newman, met onder andere het fameuze Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue III uit de eigen collectie. Dat werk werd in 1986 ernstig beschadigd door een bezoeker maar is volgens sommige experten slecht gerestaureerd. (Overigens beschadigde dezelfde bezoeker bijna 10 jaar later een ander werk van Newman uit de collectie, faut le faire.) En verder kon ik ook de vaste collectie wel smaken, met topwerkjes van Beckmann, Picasso, Jorn, Kippenberger enzoverder. Waarbij ik ineens bedenk: waar hing nu dat portret van Koningin Beatrix dat Tuymans speciaal voor de opening van het museum maakte? Heb ik mij dan toch laten afleiden door die badkuip?
De Brief, Carel Willink, 1932
Doppelportrait von Quappi und mir, Max Beckmann, 1941
Arbeidersvrouw, Charley Toorop, 1943
Self-Portrait, Stanley Spencer, 1936
Femme assise au chapeau en forme de poisson, Pablo Picasso, 1942
Im Flügelschlag der Schwäne, Asger Jorn, 1963
Mens en dieren, Karel Appel, 1949
Huiselijke zorgen, Rik Wouters, 1913
De monumentale trap in de oudbouw
Wall Drawing nr 1064, Sol Lewitt, 2003
As I Opened Fire, Roy Lichtenstein, 1964
Clamdigger, Willem De Kooning, 1972/1979
Expo "Jeff Wall: Tableaux Pictures Photographs 1996-2013"(zaalzicht)
After "Invisible Man" by Ralph Ellison, the Prologue, Jeff Wall, 1999-2001
Boxing, Jeff Wall, 2011
Overpass, Jeff Wall, 2001
Ohne Titel, Günther Förg, 1990
Onbekend
Drei Häuser mit Schlitzen, Martin Kippenberger, 1985
Xan Callan, Francisco Leiro, 1983 (voorgrond)
Elspeth Diederix, Cloud, 2003
JKO Romantik VIII, Jan De Cock, 2012
Who's Afraid of Red, Yellow and Blue III, Barnett Newman, 1967-1968